Invasieve ingreep? Informeer de trombosedienst!
Als behandelend arts moet u de trombosedienst inlichten over invasieve ingrepen bij cliënten van de trombosedienst. De Landelijke Standaard Keten Antistolling 2.0 (LSKA 2.0) schrijft dit voor. Deze melding is belangrijk omdat de antistollingsbehandeling tijdelijk stopgezet moet worden bij invasieve ingrepen met een matig tot hoog bloedingsrisico. Het is dus noodzakelijk dat u deze ingrepen vooraf meldt bij de Starlet-trombosedienst.
Wat is het bloedingsrisico?
Het bloedingsrisico bij een invasieve ingreep wordt bepaald door:
- het type, de omvang en de duur van de ingreep
- de voorgeschiedenis van de cliënt (bloeding bij eerdere ingrepen)
- bijkomende ziekten die het bloedingsrisico verhogen
- gelijktijdig gebruik van trombocytenaggregatieremmers
Bij invasieve ingrepen met een laag bloedingsrisico hoeft de antistollingsbehandeling niet te worden onderbroken. Hiervoor gelden wel bepaalde voorwaarden, die per persoon kunnen verschillen. Neemt u hiervoor contact op met de trombosedienst.
Wanneer niet aan deze individuele voorwaarden kan worden voldaan, moet de behandeling met vitamine K-antagonisten (VKA's) worden onderbroken. In de praktijk beslist degene die de invasieve ingreep uitvoert over de gewenste hoogte van de INR-waarde. Dit gebeurt eventueel in overleg met de arts die de indicatie voor een VKA heeft gesteld. In het algemeen wordt een ingreep met een hoog of matig bloedingsrisico uitgevoerd bij een INR ≤ 1,5.
Het bloedingsrisico bepaalt ook het moment waarop de behandeling met een heparine en/of een VKA na de ingreep kan herstarten. Dit gebeurt in overleg met de arts die de ingreep uitvoert.
Hoe meldt u een ingreep?
U kunt Starlet informeren over een invasieve ingreep door het ingrepenformulier te downloaden, in te vullen en te mailen naar de trombosedienst. U kunt het ingevulde formulier ook faxen: 085-7 731 452.